Index   Back Top Print

[ FR  - IT ]

VOYAGE APOSTOLIQUE EN BELGIQUE

CÉRÉMONIE DE CONGÉ

DISCOURS DE JEAN-PAUL II

Aéroport militaire de Melsbroek à Bruxelles (Belgique)
Dimanche 4 juin 1995

 

Hoogheid,
mijnheer de Eerste Minister,
hooggeachte Autoriteiten,
dierbare Broeders in het Episkopaat,
dierbare vrienden van België,

1. Bij mijn terugkeer in Rome, vanavond, zal ik in mijn hart de kostbare herinnering bewaren aan de uren die ik bij u heb mogen doorbrengen in het licht van de grote figuur van een zoon van uw land, de zalige Damiaan de Veuster. Zijn nederige heiligheid schitterde in zijn tijd. Voortaan is ze officieel door de Kerk verkondigd, als een eminente vrucht van de christelijke geaardheid van uw volk, van de vruchtbaarheid van zijn traditie.

Met vreugde en dankbaarheid voltooi ik dus dit korte bezoek aan België. Ik spreek mijn dank uit aan Zijne koninklijke Hoogheid Prins Filip, die zopas zeer delicaat de gevoelens van de aanwezige personaliteiten en van hun medeburgers vertolkt heeft. Moge hij zo goed zijn nog eens aan Zijne Majesteit Koning Albert de Tweede en aan Hare Majesteit de Koningin te zeggen hoe gevoelig ik geweest ben aan hun voorkomende ontvangst.

Mijnheer de Eerste Minister, u heeft de goede afloop van deze dagen verzekerd, mag ik u hiervoor danken. Ik bid u ook mijn tolk te zijn bij uw medewerkers van de veschillende diensten die tot de organisatie van mijn verblijf hebben bijgedragen. Zegt u hun dat ik hun toewijding geweldig naar waarde geschat heb.

De journalisten van de pers, van de radio en van de televisie wil ik ook groeten. Zij hebben een groot aantal van uw landgenoten rond de afgelopen vieringen en ontmoetingen geschaard en ook bijgedragen tot de verspreiding van de boodschap van de zalige Damiaan over de grenzen van dit land.

2. Ma pensée se porte en ce moment vers tant de vos compatriotes que je n’ai pu rencontrer, particulièrement les malades ou les personnes souffrant de conditions de vie précaires, les personnes isolées, et aussi les détenus; je voudrais leur adresser à tous un message affectueux. Je prie Dieu riche en miséricorde de ne laisser aucun d’entre eux sans espérance et sans soutien fraternel, pour que chacun voie respectée sa dignité d’homme; tel est aussi le message du Père Damien, lui qui avait une prédilection pour les plus démunis de ses frères.

3. A vous, Monsieur le Cardinal Godfried Danneels, et à mes frères les Evêques de Belgique, je dis merci de tout cœur d’avoir si attentivement préparé les célébrations de ces jours et de m’avoir reçu avec une hospitalité généreuse. Faites part de mes sentiments cordiaux et reconnaissants à tous ceux qui ont œuvré à vos côtés pour permettre à l’Église en Belgique d’honorer dignement avec l’Evêque de Rome le nouveau bienheureux.

Au moment de quitter la Belgique, ce sont vos communautés diocésaines tout entières que je désire assurer de la sympathie du Successeur de Pierre. Je les encourage à avancer sur leurs routes diverses en se souvenant de l’ardente charité évangélique du Père Damien. Je les appelle à développer sans cesse les dons qu’elles ont reçus, à préparer avec un généreux dynamisme le grand rendez-vous de l’An 2000: nous célébrerons alors le bimillénaire de la naissance du Christ, conscients de l’héritage dont nous bénéficions. Qu’il soit donné à tous d’être plus unis, plus fidèles à l’écoute de la Bonne Nouvelle, témoins courageux de la vérité de l’homme, créé à l’image de Dieu! Qu’ils soit donné aux prêtres, aux diacres, aux religieux et aux religieuses, de vivre leur vocation et leur ministère comme des intendants fidèles de l’Evangile, dans la joie de leur Maître[1]!

Soyons aussi d’inlassables artisans de réconciliation, dans ce monde encore meurtri par des conflits douloureux en différentes régions de la planète, alors que l’on avait espéré connaître enfin une ère de paix! Pratiquons une entraide toujours plus active, envers nos frères en humanité proches ou lointains!

4. Liebe Freunde in Belgien, euch allen entbiete ich meine besten Wünsche für Glück und Wohlergehen.

Hoheit, Ihnen gegenüber erneuere ich den Ausdruck meiner Dankbarkeit, ebenso allen hier versammelten Persönlichkeiten für die beeindruckenden Augenblicke, die mit Ihnen zu erleben Sie mir ermöglicht haben.

Gott segne Belgien und alle seine Bewohner.


[1] Cfr. Matth. 25, 21.

  

 



Copyright © Dicastero per la Comunicazione - Libreria Editrice Vaticana