Index   Back Top Print

[ IT  - NL ]

VISITA PASTORALE NEI PAESI BASSI

SANTA MESSA A MAASTRICHT

OMELIA DI GIOVANNI PAOLO II

Martedì, 14 maggio 1985

 

1. « Ik heb de geboden van mijn Vader onderhouden en ik blijf in zijn liefde »[1].

De ha van de Apostelen verhalen ons vandaag de verkiezing van de apostel Mattias. Hij werd aangewezen om de plaats in te nemen die open gebleven was na het verraad en de dood van Judas. De Kerk viert vandaag het feest van sint Mattias, die kort na de hemelvaart van Jezus werd opgenomen in het college van de apostelen. Dit was een veelbetekenende gebeurtenis. Christus heeft twaalf apostelen geroepen, overeenkomstig de traditie van het Oude Testament, waarin God een verbond had aangegaan met de twaalf stammen van Israël. Na de hemelvaart heeft de Kerk uit de tijd van de apostelen het als haar plicht beschouwd dit aantal weer vol te maken, omdat het een bijzondere betekenis had in de heilseconomie en geheiligd was.

Door de verkiezing werd een man aangewezen die « getuige van de verrijzenis » van Christus was geweest, zoals de andere apostelen. Dat is de wezenlijke voorwaarde. Mattias is getuige geweest van de wijze waarop Jezus « de geboden van de Vader ondehouden heeft en in zijn liefde is gebleven »[2]. Voortaan kon hij getuigen dat de Vader daarom Jezus uit de doden opgewekt en verheerlijkt heeft.

2. Alle eeuwen door hebben de opvolgers van de apostelen en missionarissen dit getuigenis over Christus naar nieuwe plaatsen en naar andere volkeren gebracht. Aan het begin van de vierde eeuw is sint Servatius naar Maastricht gekomen om hier en in heel uw gewest de Kerk te stichten. Daarna is sint Willibrordus vol ijver het Evangelie komen verkondigen. Hij heeft duizenden mannen en vrouwen gedoopt, die de gave van het geloof vonden en deel gingen uitmaken van de christengemeenschap! U vereert nog vele andere bisschoppen om hun heiligheid. Het volk Gods heeft samen met de kloosterlingen in dit bisdom een rijke godsdienstige traditie opgebouwd, waarvan de talrijke kerken en kapellen getuigen en die haar stempel gedrukt heeft op heel uw cultuur.

Vol vreugde ontmoet ik vandaag in u de Kerk die hier sinds zestien eeuwen Christus belijdt. Hem die « trouw de geboden van zijn Vader heeft onderhouden en in zijn liefde is gebleven ». Het verheugt mij mijn broeder in het bisschopsambt te begroeten, Monseigneur Gijsen, de herder van het bisdom Roermond. Van harte groet ik ook zijn hulpbisschop, de priesters en religieuzen, de leden van seculiere instituten, de seminaristen van Rolduc, de leken: volwassenen en jongeren. Ik weet dat u zich allen actief inzet voor het diocesane leven. Ook groet ik allen die uit andere bisdommen zijn gekomen en zelfs uit andere landen, uit Duitsland en uit België.

3. Wij hebben geluisterd naar de woorden die Jezus gesproken heeft aan de vooravond van zijn lijden: « Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven »[3].

Welke zijn deze geboden?

Allereerst het gebod van de naastenliefde: Jezus wil dat zijn volgelingen dit gebod onderhouden door elkaar te beminnen, zoals Hij hen liefheeft. Hij wil dat zij op deze wijze nauw met elkaar en met zijn Vader verenigd blijven.

Dit is wat ik alle gemeenschappen van de Kerk in Nederland toewens. Zoekt in de woorden van Christus inspiratie voor uw actie en voor de zin van uw gemeenschapsleven in uw parochies en in de talrijke instellingen waarvoor u zich inzet. Er is geen ander model, geen andere grondslag voor de Kerk, dan Hij die ons bemind heeft, zoals de Vader Hem heeft bemind.

Gij allen die zorg draagt voor de verkondiging van het Evangelie en voor de opbouw van de Kerk, gij die samenkomt in gebed, gij die u wijdt aan de opvoeding van de jeugd, gij die zieken verzorgt en de minst bedeelden van onze broeders bijstaat, gij die u uit solidariteit inzet voor de medemensen over alle grenzen heen, reikt elkaar de hand: samen vormt u de gemeenschap die Christus gesticht heeft rondom het apostelambt. Zij wordt bijeengehouden door de liefde van de Vader en geroepen om te leven uit het goddelijke leven, waarin de Verlosser ons binnenleidt: « Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad »[4]. « Ik heb u uitgekozen en u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen, die blijvend mogen zijn »[5].

4. Christus heeft eerst de twaalf geroepen om te delen in de liefde waaruit Hij ten volle leeft in de gemeenschap van Vader, Zoon en Geest. Zij vormden de kern van de nieuwe gemeenschap van de goddelijke liefde onder de mensen. Door alle eeuwen heen wordt de Kerk steeds opgebouwd volgens dit model.

Ook nu roept Christus ons op Hem na te volgen, ons open te stellen voor de anderen en ons weg te schenken aan de anderen, en zo het geluk te kennen van werkdadige edelmoedigheid. Hij openbaart ons het bewonderenswaardige mysterie van de Drieëenheid en van de oneindige liefde tussen de goddelijke personen. Hij nodigt ons uit op dezelfde wijze lief te hebben, onszelf te vergeten voor de ander en het leven, dat God ons gegeven heeft, niet voor onszelf te behouden, maar aan de Heer te geven door de vele gaven ervan met de naaste te delen.

Het eerste milieu, waarin men deelt in Gods liefde, is het gezin, waarin men geboren wordt en waarin men samen met elkaar en voor elkaar leeft. Het is het eerste milieu, waarin de mens, die geschapen is naar Gods beeld, zijn gelijkenis met zijn Schepper kan beleven.

In onze tijd ondervindt het gezin veel tegenspraak. Het wordt door sommigen in discrediet gebracht, omdat zij menen dat het de vrijheid beknot. Maar velen waarderen het gezin, omdat zij spontaan inzien dat het waarlijk een bron van geluk is. De opiniepeilingen tonen dit aan.

Zeker, alle gezinnen hebben hun beperkingen en blijven onder de maat van hun hoge roeping. Toch weten wij, welke wonden degenen meedragen die moeten missen wat het gezin vanzelf bijdraagt tot hun ontwikkeling als kind, als jongere, als man of als vrouw. De Kerk is zich hiervan zozeer bewust dat zij niet ophoudt te herinneren aan het belang van de vorming van een degelijk gezin, aan de onontbindbaarheid van de huwelijksband, en aan de verhevenheid van de liefde, welke daarin met lichaam en ziel wordt betuigt. Wij weten allen hoezeer het tweede Vaticaans Concilie in de pastorale constitutie « Gaudium et Spes » en Paus Paulus VI met name in de encycliek « Humanae Vitae » de betekenis van het gezin voor de maatschappij hebben benadrukt. Zij hebben de grootsheid van het huwelijk en van een verantwoord ouderschap geprezen en de vereisten voor een gezonde gezinsethiek in de lijn van de katholieke traditie gepreciseerd. In 1980 heeft de bisschoppensynode hierover nagedacht. Haar overwegingen hebben hun neerslag gevonden in de apostolische exhortatie « Familiaris Consortio ».

5. Laat mij in alle eenvoud tot de gezinnen in Nederland zeggen, hoe belangrijk hun taak is voor de ontplooíing van de mens. Het is de roeping van de mens lief te hebben en bemind te worden. Om deze roeping beter te begrijpen moeten wij steeds opnieuw terugkeren naar het woord van Christus en van de apostelen, die ons de onuitputtelijke bron openbaren van de liefde, welke het leven van God zelf is. Dit ontdekt men allereerst in de schoot van een hecht gezin. Daarin wordt men met open armen ontvangen en behoeft men zijn aanwezigheid niet te rechtvaardigen. Daarin is men des te meer zeker van de genegenheid van anderen, naarmate men zwakker en meer kwetsbaar is. Daarin leert men te leven. Daarin bouwt men geleidelijk zijn persoonlijkheid op. Daarin ontdekt men ook dat men niet het middelpunt van de wereld is: men eert het anders-zijn van anderen kennen, wat een wederzijdse verrijking is. Men leert bemind te worden, anderen lief te hebben en ook zichzelf. Men doet daarin ook de ervaring van beproeving, conflict en lijden op. Maar het gezin is een milieu, waarin de liefde zover kan gaan, dat men « zijn leven geeft » uit liefde, volgens het woord van Jezus. Men kan daarin de ander helpen, als deze een crisis doormaakt, wonden genezen, door goede relaties met anderen ontdekken, welke vreugde zelfbeheersing geeft en welk geluk waarachtige verzoening brengt.

6.  Verrijkt door de ervaring die de mens in het gezin opdoet, kan hij beter zijn rol in de maatschappij vervullen. Ik citeer hier een tekst uit de exortatie « Familiaris Consortio ». « De betrekkingen tussen de leden van de gezinsgemeenschap worden bezield en geleid door de wet van het "om niet", die in allen samen en in ieder afzonderlijk de menselijke waardigheid respecteert en begunstigt als enige waardetitel en die hartelijke openheid, ontmoeting en dialoog wordt, alsmede belangeloze beschikbaarheid, edelmoedige dienstbaarheid en diepe saamhorigheid. Zo wordt de bevordering van een ware en rijpe communicatie van personen in het gezin de eerste en onvervangbare school voor het maatschappelijke leven »[6]. Het gezin is het milieu, waarin men leert het hoofd te bieden aan de moeilijkheden van het leven, te strijden tegen de menselijke zwakheid en niet de gemakkelijkste wegen te kiezen, zoals de weg van de scheiding. In het gezin verwerft men de persoonlijke vrijheid en het onderscheidingsvermogen, welke het mogelijk maken dat men niet de speelbal wordt van funeste sociale pressie. Dankzij de rijpheid, waartoe men in het gezin gekomen is, kan men een positieve bijdrage leveren voor een menselijke en christelijke maatschappij.

7. Tenslotte wil ik nogmaals herinneren aan de term, waarmee het tweede Vaticaans Concilie het gezin heeft aangeduid: « Een huiskerk »[7]. Daarmee bedoelt men te zeggen dat de Kerk aanwezig is in het leven van het gezin, dat de vriendschap van Christus ondervindt, die gezegd heeft: « Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied ... Ik noem u mijn vrienden »[8]. Daarmee bedoelt men ook te zeggen, dat de kleine gemeenschap van het gezin deel heeft aan het leven van de grote kerkgemeenschap, met name door de viering van de sacramenten en heel in het bijzonder door de deelname aan de zondagse Eucharistie-viering. Men bedoelt er verder mee te zeggen, dat de taken van het gezin, met name de taak van de opvoeding van de kinderen, een echt dienstwerk zijn voor de verkondiging en de overdracht van het Evangelie. Zo wordt heel het gezinsleven een weg van geloof, van christelijke initiatie en van navolging van Christus. Als het gezin zich bewust is van deze gave, dan « evangeliseren alle gezinsleden en worden zij allen geëvangeliseerd », zoals Paulus VI geschreven heeft[9]. Daarom wens ik u geluk met het Centrum voor gezinspastoraal, dat u in uw bisdom opgericht hebt en dat zeker veel vrucht zal dragen. In het gezin ontstaan en rijpen de verschillende roepingen van jonge christenen, in het bijzonder de priesteren kloosterroepingen, zoals u weet in uw land, dat zoveel missionarissen heeft uitgezonden en waarin nog maar kort geleden talrijke priesters waren. Geve God, dat de kinderen in de Nederlandse gezinnen ook in de huidige omstandigheden mogen antwoorden op de roep van God en hun leven wijden aan zijn dienst!

8. Dierbare broeders en zusters, ik weet dat het vaak een moeilijke opdracht is voor de gezinnen om aan ieder de gelegenheid te geven zich te ontplooien, om hun rol te vervullen in het maatschappelijke leven en om steunpilaren te zijn voor het kerkelijke leven. In alle landen hebben de burgerlijke overheden de taak het gezin te beschermen en te steunen. Als het gezin verhinderd wordt zich normaal te ontwikkelen of als men te veel concessies doet aan wat het aantast, worden de moeilijkheden te groot. Ik spreek de wens uit dat de gezinspolitiek in uw land en overal in Europa steeds meer het gezin mag eerbiedigen en begunstigen als fundament van de maatschappij.

9. Laten wij tot besluit van onze overweging over de vervulling van onze taak in de Kerk en in het christelijke gezin ons richten tot de Moeder van Christus. Zij is ook de « Moeder van de Kerk ». En zij is de patrones van uw bisdom onder de titel van « de Onbevlekte Ontvangenis ». In uw gewest zijn veel heiligdommen aan haar toegewijd, waar u heengaat om te bidden.

Maria, u hebt geleefd in nauwe vereniging met de Vader, de Zoon en de Geest, u hebt het Woord van God ontvangen, u hebt het gezinsleven gekend in Nazaret, u hebt met de apostelen aan de wieg van het nieuwe volk Gods gestaan.

Blijf bij ons, blijf bij ons om ons de ware liefde te leren in alle gemeenschappen waarvan wij deel uitmaken. Mogen het gemeenschappen zijn van leven en waarheid, van liefde en vrede, van moed en hoop.

Maria, blijf bij deze mensen, die ik vandaag bezoek. Ik vertrouw hen toe aan uw moederhart.

Maria, help de katholieken in Nederland getuigen te zijn van de verrijzenis van uw Zoon, zoals de apostelen. Help hen het werk van de evangelisatie, dat door de heilige Servatius begonnen is, in stand te houden en voort te zetten. Help hen met een waakzaam hart uit te zien naar de wederkomst van de Meester, opdat Deze hen mag aantreffen als trouwe dienaars van het Evangelie, dat Hij hun geschonken heeft. Help hen te leven in die eensgezindheid waaraan men de leerlingen van uw Zoon kan herkennen. Mogen zij daarom naar uw voorbeeld in hun harten de woorden van Christus bewaren: « Blijft in mijn liefde. Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van de Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf »[10].


[1] Io. 15, 10.

[2] Cfr. ibid.

[3] Io. 15, 10.

[4] Io. 15, 9.

[5] Ibid. 15, 16.

[6] Ioannis Pauli PP. II Familiaris Consortio, 43.

[7] Apostolicam Actuositatem, 11.

[8] Io. 15, 14. 15.

[9] Pauli VI Evangelii Nuntiandi, 71.

[10] Io. 19, 9-10.

 

© Copyright 1985 - Libreria Editrice Vaticana

 



Copyright © Dicastero per la Comunicazione - Libreria Editrice Vaticana