Index   Back Top Print

[ EN  - ES  - FR  - IT  - NL ]

VIAGGIO APOSTOLICO NEI PAESI BASSI

DISCORSO DI GIOVANNI PAOLO II
AL PRIMO MINISTRO*

L'Aja
Lunedì, 13 maggio 1985

 

Mijnheer de Minister-President,

Het verheugt mij werkelijk in de gelegenheid te zijn U te begroeten, samen met de Hooggeachte eleden van de Regering en van de beide Kamers van de Staten-Generaal, die zo vriendelijk ben vandaag hier in het Catshuis bijeen te komen. Ik waardeer ten zeerste uw warme woorden van welkom. Zij bevestigen het gevoel, dat ik reeds had, van mij zeer thuis te voelen in uw land.

Mijn aanwezigheid in Nederland is natuurlijk op de eerste plaats van pastorale aard. Maar een dergelijk bezoek zou niet mogelijk geweest zijn zonder de bereidwillige medewerking van de regering en van verschillende andere burgerlijke autoriteiten. Aan U, Mijnheer de Minister-President, en aan allen, die betrokken zijn geweest bij dit initiatief, betuig ik mijn oprechte dank.

Toen ik zaterdag voet op Nederlandse bodem zette, was ik mij diep bewust van de bijzondere plaats, die Nederland heeft in de geschiedenis van de moderne beschaving. Mijn gedachten gingen uit naar de waarlijk heldhaftige mannen, die van deze kusten wegzeilden om nieuwe wegen de zoeken naar onbekende werelddelen, om in contact te komen met volkeren en culturen, die nauwelijks bekend waren in Europa, en om relaties aan te knopen, welke van grote waarde zouden blijken voor de kennis van heel de mensheid.

Ik dacht ook — met veel trots — aan de grote menigte mannen en vrouwen uit Nederland, die als missionarissen van het Evangelie naar zoveel verschillende landen getrokken zijn. Binnen de wereld- wijde katholieke gemeenschap is er nauwelijks een plaats, die niet de invloed ondergaan heeft van de aanwezigheid van Nederlandse priesters, religieuzen en leken. Zoals de mannen, die over de zeeën zeilden, hadden ook zij vaak enorme moeilijkheden te overwinnen en harde ontberingen te doorstaan. Zij deden dit om de liefde van hun Heer Jezus Christus wijder bekend te maken.

Ik ben zeer getroffen door uw verwijzing naar de grote invloed, die het christendom gehad heeft op de cultuur van uw volk en naar de rijke vruchten, die het heeft voortgebracht, zowel op godsdienstig als op maatschappelijk gebied. Deze invloed van het Evangelie op de Nederlandse cultuur heeft uitdrukking gevonden in uw literatuur, uw muziek en in andere artistieke scheppingen. Dit heeft bijgedragen tot een gezonde vaderlandsliefde, die op evenwichtige wijze samengaat met een oprechte waardering voor de rechten en waarden van andere volkeren. Het maakt deel uit van uw individuele en nationale eigenheid en inspireert tot echte bewogenheid voor de behoeftige medemensen en tot edelmoedige hulpverlening.

De mooie tradities van het verleden leven voort in vele aspecten van de huidige Nederlandse samenleving. Ik wijs bijvoorbeeld op de vastbesloten inzet van de regering en het volk van Nederland voor de Europese samenwerking en eenheid. De Heilige Stoel heeft er altijd naar gestreefd dit samengaan van de Europese gemeenschappen aan te moedigen, want hij is ervan overtuigd, dat dit proces niet alleen bijdraagt tot de vrede en de vooruitgang in dit gebied, maar ook tot het welzijn van de gehele mensheid, als het onzelfuchtig nagestreefd wordt.

Ik denk ook aan de bereidheid van Nederland om de mensenrechten en de waardigheid van iedere mens te bevorderen. Wij zijn helaas nog ver af van een wereld, waarin zulke fundamentele waarden algemeen gerespecteerd worden. Toch moeten wij de strijd niet opgeven, want telkens als de waardigheid en de rechten van een mens worden ontkend, ondergaan elke man, elke vrouw en elk kind onrecht.

Tenslotte wens ik mijn waardering uit te spreken voor de edelmoedigheid van de regering en het volk van Nederland, als het gaat om hulpverlening, zowel officieel als privé, aan minder bedeelde volken overal in de wereld. Uw voorbeeld in dezen verdient lof en zal zeker andere naties en volkeren aanmoedigen er samen naar te streven de enorme kloof te overbruggen die bestaat tussen de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden.

Mijnheer de Minister-President, de katholieke gemeenschap in Nederland heeft vooraan gestaan bij het steunen van deze belangrijke initiatieven. Ik ben er zeker van, dat uw regering en toekomstige regeringen kunnen rekenen op gelijke steun voor ieder plan, dat de zaak van vrede en gerechtigheid wil bevorderen.

Ik deel uw vreugde over wat bereikt is door een arbeidzaam en vindingrijk volk, dat zowel in tijden van voorspoed als in minder gunstige tijden niet te kort is geschoten in zorg voor hen, die in nood verkeren, in eigen land en elders in de wereld. Ik wens u het allerbeste toe voor de toekomst, en ik vertrouw erop, dat Nederland zal vasthouden en beantwoorden aan zijn christelijk erfgoed en weerstand zal bieden aan alles, wat dit zou verzwakken. Dit zal zeker echte welvaart en veiligheid brengen voor de maatschappij en de natie. Moge de almachtige God Nederland en al zijn bewoners overvloedig zegenen!


*Insegnamenti di Giovanni Paolo II, vol. VIII, I pp. 1310-1312.

L'Osservatore Romano 14.5.1985 p. XII.


     

© Copyright 1985 - Libreria Editrice Vaticana

 



Copyright © Dicastero per la Comunicazione - Libreria Editrice Vaticana